Terwijl het in de Denderstreek letterlijk pompen of verzuipen was wegens de uitzonderlijke regenval, reed ik zaterdagnamiddag naar Charneux, een liefelijk dorpje dat een deelgemeente is van de stad Herve in de provincie Luik. In die buurt vond immers ’s anderendaags ‘Les 4 Cimes du Pays De Herve’ plaats, een 33 kilometer lange tocht over berg en dal door de natuur, eigenlijk het ‘Luik-Bastenaken-Luik’ voor de lopers. Maar ook daar bleef het regenen, het beekje dat langs ‘Domaine des Fawes’ stroomt, het oude klooster waar ik de nacht zou doorbrengen, was al een woelig bergriviertje geworden, het leek er nu wel klein Zwitserland. Langzaam druppelden enkele andere ouwe getrouwe deelnemers van ‘Les 4 Cimes’ het statige gebouw binnen. Het is telkens een blij weerzien en bij een glaasje cider, een van de specialiteiten van de streek, praatten we gezellig wat bij.
Ook Bernard Viaene, een van de vier stichters van deze klassieker, kwam een kijkje nemen en vertelde tot onze verrassing dat ook een gedeelte van het 33 kilometer lange parcours onder water stond en men er ernstig over nadacht om de atleten een ommetje te laten maken. Er zou tot het laatste moment gewacht worden om de knoop door te hakken. De 25ste editie van deze koers werd niet door de weergoden verwend, de organisatoren ontvingen dan ook tal van mails met de vraag of de koers wel doorgang zou vinden.
Nadat we samen van een copieuze pastamaaltijd mochten genieten, trok ik naar mijn slaapkamer, deze deelde ik als naar gewoonte met de sympathieke Jo Schoonbroodt uit Nederlands-Limburg en zijn makker Bert Vanwersch, die voor de eerste keer zou deelnemen. Jo zou reeds voor de zestiende keer starten, voor mij zou het de achtste keer zijn, beiden hadden we echter hetzelfde doel voor ogen: Jo was net zestig geworden en bijgevolg maakte hij zijn overstap naar de veteranen III-categorie, ik maakte op mijn beurt als vijftiger de overstap naar de veteranen II-categorie. Beiden gingen we in de voor ons respectievelijke ‘nieuwe’ leeftijdsreeksen op zoek naar het wedstrijdrecord, vorig jaar bleven we beiden nog onder de te lopen chrono. Indien het menselijk aftakelingsproces de laatste 12 maanden niet al te hard had toegeslagen op ons lichaam, moest het een haalbare kaart zijn. De slechte weersomstandigheden zouden ook nog wel wat roet in het eten kunnen gooien, maar we hadden toch wel enige marge.
Werden we vorig jaar nog bruusk uit onze nachtrust verstoord door het brandalarm, dan was het deze keer een groep kinderen die ondanks de onophoudelijke regen tot laat een nachtspel hielden in de tuin van het domein en er zo voor zorgden dat wij de broodnodige slaap maar moeizaam konden vatten.
Doch ’s morgens was het ongelofelijke gebeurd, het was zowaar gestopt met regenen, wie had daar nog op durven te hopen, dat was alvast goed nieuws. Het waaide nog wel stevig en het was zwaar bewolkt, maar het bleef voorlopig over. Ik reed al vroeg naar de startplaats in Battice, ik kwam op de parking toevallig samen toe met mijn AVZK-ploegmakker Staf Nevelsteen, ook hij debuteerde in deze mooie koers. We gingen ons nummer oppikken en kwamen Luc Alsteens, winnaar in 2006, tegen. Na een langdurige pubalgieblessure zou hij opnieuw van start gaan, net zoals de meer dan 800 sportievelingen die zich aan de zware tocht zouden wagen. Onder luid tromgeroffel begaven we ons om 11.00u naar de startlijn, die op de top van de van de ‘Mur de Bouxhmont’ getrokken is.
De eerste sterk dalende kilometer nam ik voor mijn rekening, ik had er amper 2’50” voor nodig. Debutant Frédéric Collignon (RFCL) en de winnaar van 2004, Olivier Pierron (HF), volgden als enigen. Frédéric uit het naburige Blegny en Olivier uit het ook al vlakbij gelegen Verviers namen snel het heft in handen en liepen zij aan zij.
Al snel besefte ik dat ik niet over al te beste benen beschikte, ik zou de wedstrijd heel omzichtig moeten aanpakken, realiseerde ik me. Na goed 3 kilometer liet ik beide heren maar wijselijk gaan en besloot om mijn eigen tempo te lopen en me door niets of niemand te laten opjagen, ik vreesde er namelijk voor dat het wel eens 33 erg lange en lastige kilometers voor mij zouden kunnen worden.
Ik twijfelde er ook zwaar aan dat het wedstrijdrecord bij de 50-plussers, dat met 2u 09’ 48” sedert 1997 op naam stond van de Engelsman Bryon Heywood, wel binnen mijn mogelijkheden lag met zo’n iet of wat lamlendig gevoel. Bryon won 25 jaar geleden de allereerste editie en was nu weer van de partij, jammer genoeg zou de sympathieke man, die nu in Verviers woont, tot opgave gedwongen worden in deze jubileumeditie.
Al snel kwamen we aan de voet van de eerste cime, de Cime del Fiesse, na 6,5km. Zonder iets te forceren bedwong ik die helling, vóór mij zag ik hoe Frédéric en Olivier stelselmatig hun voorsprong vergrootten. Olivier moest nu en dan ook al eens een metertje laten, een veeg teken. Lang duurde het dan ook niet of Olivier moest de ex-1500 meterloper (PR. 1.500m / 3’41”53 – 3.000m / 7’56”54) laten gaan. De wedstrijd leek al vroeg in zijn definitieve plooi te vallen. Doch in de ‘4 Cimes’ blijven net zoals in de marathon plotse en verrassende koerswendingen tot de vaste ingrediënten behoren.
Na het 10 kilometerpunt, dat ik passeerde in 33’20”, verdwenen de twee leiders uit mijn gezichtsveld. Niet veel later, bij het naderen van Mortroux–dorp, hoorde ik een achtervolger naderen. Ik keek niet om, of deed geen moeite om hem af te houden. Ik kon me geen frivoliteiten veroorloven. Nog voor Mortroux stak de voor mij onbekende loper in rood-blauw singlet mij vlot voorbij. Ik vreesde dat hij wel eens de eerste van een lange rij zou kunnen zijn, ik wou en durfde niet om te kijken, uit schrik dat mijn moreel nog een grotere deuk zou krijgen.
Nu kregen we de onverharde weg naast de boomgaard onder de voeten, een strook
waarvoor ik het ergste had gevreesd, maar deze lag er, alle omstandigheden in
acht genomen, nog goed beloopbaar bij, ooit in drogere omstandigheden lag deze
weg er nochtans wél verzopen bij. Uit het veld gekomen begonnen we aan de tweede
klim van de dag, de Cime de Mortroux, met daarna nog de niet de onderschatten
uitloper langs het Fort d’Aubin.
Mijn achterstand liep snel op en de wedstrijd moest eigenlijk nog beginnen. Het zag er niet al te best uit. Na de passage aan het Fort d’Aubin, gelegen aan de 18de kilometer, gaat het erg lang bergaf richting Val-Dieu, eigenlijk de laatste gemakkelijke strook voor de finish. Tot mijn grote verrassing merkte ik dat de loper die mij een vijftal kilometers eerder was voorbij gevlogen en later Alain Simonet (HUY) bleek te heten, geen al te begenadigd daler was. Zijn toch al aanzienlijke voorsprong smolt weg als sneeuw voor de zon. Op mijn beurt liep ik nu tot en voorbij de kleine geblokte loper, de rollen waren nu omgedraaid.
Op het 21 kilometerpunt, aan de voet van de Cime de Mauhin, hing ik terug in derde stelling, hier begint eigenlijk de erg lastige en slopende finale, het gaat nu op een kleine dalende strook na, bijna constant omhoog tot aan de meet. De afgelegde kilometers, de tegenwind en de koude regen die begon te vallen, zouden er nog twaalf lastige en selectieve kilometers van maken.
Nu ik een plaatsje had kunnen terugwinnen, vergat ik even dat ik toch mijn beste dag niet had, het gaf moed, een derde plaats zou ook toch nog mooi zijn. Er mocht dan wel niemand uit de achtergrond meer terugkomen, maar ik had nog niets ‘geforceerd’, maakte ik mij sterk.
Simonet kon niet terugkomen, hij had een moeilijk moment, hij was misschien iets te voortvarend geweest. Enkele bochten voor mij zag ik nu ook Olivier Pierron terug, het leek wel dat ik naderde op hem. Was het de werkelijkheid? Ik twijfelde, bergop lijkt het immers altijd wel dat je dichter komt, het is soms een valse indruk. Bij mijn laatste zege in 2003 moest ik hier nog alles geven om een kleine voorsprong te behouden op Olivier, nu was ik op achtervolgen aangewezen, ik kwam echter wel dichter, het was geen gezichtsbedrog. De jacht op de 36-jarige wedstrijdrecordhouder van de legendarische zware wedstrijd Olne-Spa-Olne over een afstand van liefst 65 kilometer, wilde ik echter niet openen. Ik was nog steeds erg behoedzaam en vreesde nog altijd voor een inzinking en hield vast aan mijn tactiek, niets of niemand zou me uit mijn ritme kunnen halen. Boven op de Cime de Mauhin had ik al heel wat van mijn achterstand goedgemaakt op de atleet aangesloten bij Hautes Fagnes.
Zo goed als zeker was ik ervan dat een vierde tweede plaats er dik in zat. Na ongeveer 27 kilometer had ik Olivier bij de lurven gevat, zeer sportief moedigde hij mij aan toen ik hem voorbijstak, aanklampen kon hij echter niet meer, het beste was er bij hem af. Tien kilometer eerder had geen haar op mijn hoofd durven hopen dat ik de laatste 5 kilometer als tweede zou aanvangen.
Het ging nu snel, de volgende en laatste helling diende zich al aan, de Cime
de Transpineu (km 29). Bernard Viaene riep me van de kant toe dat ik 2’20”
achterstand telde op de eenzame leider Frédéric Collignon. Ondanks het feit dat
ik hier een mooi vergezicht had op de klim, zag ik de 40-jarige atleet, uit de
stal van de vermaarde Luikse trainer Henri Salavarda, niet voor mij uitlopen
ergens in het mooie groene landschap.
Vlotjes ging de klim, ik zat nog niet op het tandvlees, terwijl de koude regen en wind mijn lichaam en de toch wel vermoeide spieren flink geselden. Mijn voorbereiding in het heuvelende Hageland begon zijn vruchten af te werpen. Bernard riep me op de top toe dat ik 20” seconden op Frédéric had teruggepakt, maar dat het wel te laat was om hem terug te pakken, er waren immers nog slechts een goede 3 kilometer te lopen ter hoogte van de kapel van Transpineau.
Na de top loopt het parcours door het open veld nog een tijd vals plat op. In de verte zag ik nu voor mij het witte singlet van Fréd voor het eerst in 20 kilometer terug. Hij was echter buiten schot, want snel draaide hij links af, om een laatste dalende strook aan te vangen. Ik keek op mijn chrono en zag dat ik nog een zee van tijd overhad om het wedstrijdrecord van de vijftigplussers aan te scherpen. Tevreden kon ik de slotkilometer aanvangen, al was de laatste steile afdaling even daarvoor nog een erg pijnlijke aanslag op mijn verzuurde quadricepsspieren.
De laatste honderden meters hoorde ik het tromgeroffel en de speaker, de aankomstlijn die twee uur eerder nog als vertreklijn dienst had gedaan was boven op de ‘Mur de Bouxhmont’ getrokken, de venijnig steile puist, gelegen bij het binnenkomen van Battice.
Bij het opdraaien van de ‘muur’ zag ik Frédéric terug voor mij, hij keek nog eens ongerust om, zag dat hij het grootste deel van zijn comfortabele voorsprong had kwijtgespeeld, maar besefte dat een oververdiende zege hem niet meer kon ontsnappen en behield uiteindelijk met 47 tellen voorsprong nog meer dan voldoende over. Na de wedstrijd vertelde Frédéric, dat hij in de slotkilometers geplaagd werd door opkomende krampen. Collignon, die zijn atletiekcarrière bij het lokale Herve AC begon, klokte een tijd van 2u 00’58”.
Met mijn tijd van 2u 01’45” bleef ik ruim 8 minuten onder het oude record (50+) van onze vriend Bryon Heywood, ik had mijn missie met brio volbracht. Het is, nadat ik eerder al bij de seniores en bij de veertigplussers het parcoursrecord brak, al mijn derde record dat ik in Battice nu bezit. Gelukkig had ik tijdens de koers naar mijn lichaam goed geluisterd en was ik niet te impulsief te werk gegaan, het zorgde ervoor dat ik geen inzinking kende, gezien de weersomstandigheden nog een aardige tijd lukte en bovendien na vier zeges nu ook voor de vierde keer de tweede plaats veroverde en dat op acht deelnames. Dat is een toch erg sterk gemiddelde, al zeg ik het zelf.
Olivier Pierron werd aan de voet van de Mur de Bouxhmont nog bijgehaald door neofiet in de wedstrijd Alain Simonet, maar Olivier kon hem opnieuw afschudden in de steile slotmeters. Beiden hadden in de finale nog bijna 2 minuten op mij verloren. Op plaats vijf eindigde de 25-jarige Limburger Jelle Bertels (ADD), dat is een plaatsje winst t.o.v. vorig jaar voor de man die getraind wordt door ex-marathonloper Rik Ceulemans, in september was Jelle nog de beste Belgische vertegenwoordiger tijdens het WK berglopen in het Slowaakse Kamnik.
Kamergenoot Jo Schoonbroodt eindigde als 23ste en slaagde er op zijn beurt in om het parcoursrecord in zijn categorie scherper te stellen, met een tijd van 2u 19’ 46” scherpte Jo het oude record dat op naam stond van Daniël Nelis met 55” aan. Bij de dames zegevierde de Nederlandse Lara Klaassen in een tijd van 2u 33’ 22”. Met 785 aankomsten telden de aankomstrechters er op de kop juist 50 meer dan afgelopen jaar. Dit ondanks het feit dat er door de uitzonderlijke weersomstandigheden allicht enkele tientallen atleten in laatste instantie de beslissing zullen hebben genomen om toch maar veilig thuis te blijven.
Na de podiumhulde spoedde ik mij om van een warme douche te genieten, daarna ging ik naar de feestzaal waar al de atleten een gratis broodmaaltijd met streekspecialiteiten aangeboden krijgen. Dit alles degusteren met een Val-Dieubiertje is heerlijk na de mooie tocht door het Land van Herve.
En ere wie ere toekomt, een kwarteeuw geleden hadden vier joggers, Guy Pirlet,
Michel Dropsy, Bernard Viaene en Fernand Maréchal een droom om een mooie
bergloop in hun eigen regio te organiseren met onder andere gratis inschrijving
+ broodmaaltijd en uitslagenboekje geschonken aan elke deelnemer. Er zijn geen
prijzen en voor de winnaressen en winnaars is ‘slechts’ een bescheiden trofee
voorzien, elke deelnemer wordt op gelijke voet behandeld, zo schept men een
sfeervolle familiale band onder al de deelnemers, organisatoren en vrijwillige
medewerkers. Na 25 jaar zit er nog steeds geen sleet op de formule van de ‘Fab
Four’, dankzij hun inzet en zéker niet te vergeten die van de 200 fantastische
vrijwilligers is de droom en het uniek concept al vele jaren werkelijkheid
geworden, wie doet er beter in België? Proficiat en hartelijk dank aan deze
enthousiaste groep, zij bezorgen ons een groot loopplezier en op nu naar de
30ste editie.
1. Frédéric COLLIGNON 70 2u 00’ 58”
2. Peter DE VOCHT 60 2u 01’ 45”
3. Olivier PIERRON 74 2u 03’ 30”
4. Yves SIMONET 82 2u 03’ 39”
5. Jelle BERTELS 85 2u 06’ 27”
6. Marc VANDERLINDEN 58 2u 10’ 01”
7. Pascal KAERS 72 2u 11’ 16”
8. Raymond LOTZ (NL) 77 2u 13’ 24”
9. Luc ALSTEENS 74 2u 13’ 37”
10. Jean-Yves DELARGE 71 2u 14’ 34”
11. David FRANSSEN 81 2u 15’ 36”
12. Michaël HARDY 72 2u 15’ 58”
13. Frederik SLEUTEL 77 2u 16’ 03”
14. Bert VANWERSCH (NL) 66 2u 16’ 24”
15. Patrick DECORTE 60 2u 16’ 58”
16. Michel PAULY 61 2u 17’ 21”
17. Bruno VAN HEES 67 2u 17’ 46”
18. Benoit VAESEN 79 2u 18’ 30”
19. Marc HIEMELEERS 56 2u 18’ 40”
20. Stan JOLIE 66 2u 19’ 15”
PALMARES ‘LES 4 CIMES DU PAYS DE HERVE’
1986 Bryon HEYWOOD (GB)
1987 Jan SEBILLE
1988 Steve SURRITGE (GB)
1989 Cliff COOK (GB)
1990 Benard SIMONET
1991 Eddy HELLEBUYCK
1992 André MALHERBE
1993 Bernard SIMONET
1994 Peter DE VOCHT 1u 53’ 53”
1995 Peter DE VOCHT 1u 52’ 54”
1996 Eric GEROME
1997 Klaus SEIFFERT (D)
1998 Peter DE VOCHT 1u 51’ 56”
1999 Bart DE BERGE
2000 Bart DE BERGE
2001 José ISTACE
2002 Wouter HAMELINCK
2003 Peter DE VOCHT 1u 56’ 48”
2004 Olivier PIERRON
2005 Bart DE BERGE 2e Peter DE VOCHT 1u 58’ 35”
2006 Luc ALSTEENS
2007 Damien PAUQUET 2e Peter DE VOCHT 1u 59’ 35”
2008 Eric GEROME
2009 Patrick PHILIPPE 2e Peter DE VOCHT 2u 02’ 25”
2010 Frédéric COLLIGNON 2e Peter DE VOCHT 2u 01’ 45”
WEDSTRIJDRECORD PER LEEFTIJDSCATEGORIE.
JUNIORES Peter SMITH (GB) 1989 2u 00’ 51”
ALLE CATEGORIËN Peter DE VOCHT 1998 1u 51’ 56”
VETERANEN I (40 t/m 49) Peter DE VOCHT 2003 1u 56’ 48”
VETERANEN II (50 t/m 59) Peter DE VOCHT 2010 2u 01’ 45”
VETERANEN III (60+) Jo SCHOONBROODT (NL) 2010 2u 19’ 46”
DE 36 SNELSTE TIJDEN NA 25 EDITIES.
1. Peter DE VOCHT 1u 51’ 56” 1998
2. Eddy HELLEBUYCK 1u 52’ 45” 1991
3. Eric GEROME 1u 53’ 44” 1996
4. Bart DE BERGE 1u 54’ 41” 2005
5. Bernard SIMONET 1u 54’ 53” 1991
6. René STAM (NL) 1u 55’ 22” 1994
7. Olivier PIERRON 1u 55’ 29” 2004
8. Robert ZARADSKI 1u 55’ 36” 1994
9. José ISTACE 1u 55’ 44” 2001
10. André MALHERBE 1u 55’ 45” 1991
11. Peter SMITH (GB) 1u 55’ 49” 1991
12. Damien PAUQUET 1u 55’ 54” 2004
13. Peter HERMANS 1u 56’ 10” 1991
14. Steve SURRITGE (GB) 1u 56’ 50” 1988
15. Cliff COOK (GB) 1U 56’ 50 1989
16. Klaus SEIFFERT (D) 1u 57’ 40” 1997
17. Marc VANDERLINDEN 1u 57’ 57” 1994
18. Luc ALSTEENS 1u 58’ 12” 2006
19. Jan SEBILLE 1u 58’ 34” 1987
20. Antonio GUERREIRO 1u 58’ 40” 1989
21. Ralph BOSTEN 1u 59’ 06” 1990
22. Gerdy ROOSE 1u 59’ 06” 1992
23. Jan DEBELDER 1u 59’ 07” 1987
24. Bryon HEYWOOD (GB) 1u 59’ 14” 1986
25. Joël PETIT 1u 59’ 20” 1994
26. Freddy HENSEN 1u 59’ 24” 1987
27. Michel PAULY 1u 59’ 38” 1994
28. Bernard DEUSE 1u 59’ 46” 1996
29. Michel BRIAN 2u 00’ 11” 1990
30. Frédéric COLLIGNON 2u 00’ 58” 2010
31. Hughues WINANDY 2u 01’ 00” 1987
32. Johnny PANDELAERE 2u 01’ 00” 1991
33. Wouter HAMELINCK 2u 01’ 05” 2002
34. Patrick PHILIPPE 2u 01’ 10” 2009
35. Henri HERBET 2u 01’ 30” 2003
36. Stephane COLSON 2u 01’ 35” 1998
Sportieve groeten,
Peter.