Ja, het was mistig, die zondagochtend toen ik naar de bakker fietste om 7.00 u en koud aan de handjes. Patrick Vanderoost (mijn lijfarts die gelukkig andere patiënten heeft want anders zou hij niks verdienen) en 'superpolies' met pensioen Piet Van den Berghe pikten me op, en in de volg-wagen reden nog 2 Dilbeekse lopers (Franky Van Rode en Jan Van Bellingen). Patrick schonk kopjes koffie uit de thermos, en Piet diste boterkoeken op en sterke verhalen. Van uit de tijd toen hij Gaston Roelants nog klopte (op training, want in wedstrijden bleek Gaston altijd iets meer 'jus' te hebben ("natuurlijk"???). Patrick en Piet hadden al 6 deelnames achter de rug in Battice, waaronder eentje in de sneeuw en bijtende vrieskou. Hun besttijd (2.41) streefden ze dit keer niet na: Piet vond het al genoeg dat hij als 65-jarige nog deelnam, en Patrick - die zaterdag nog 22 km losliep- zag het als een training voor zijn zoveelste marathon volgende zondag, in Palermo.
We bereikten ons speciale parkeerplaatsje na 80 minuten, en konden ons dus
rustig omkleden en klaarstomen, nog een banaantje achter de kiezen stoppend. Als
enige van de 5 Dilbekenaren zou ik in kort broekje lopen. Die benen begonnen wel
te gloeien toen ik ze insmeerde met zo een staaltje, trofee van een vorige
jogging. Terwijl de 4 andere Dilbekenaren even dartel ging opwarmen bleef ik in de
buurt van de hartverwarmende fanfareklanken en vatte even later ook post in de
(bijna) eerste gelederen bij het marsjeren achter de fanfare (daar had ik me in
Dilbeek al in geoefend op de oudstrijdersfeesten). De dorpskern van Battice
vertonde dezelfde beelden: bejaarden die van achter hun raam toekeken, er waren
er zelfs die we herkenden van vorig jaar.
En daar zijn we weg, klokslag 11.00 u. Tof, afdalingske om te beginnen, maar
wegens veel voor-de-voetlopers voet op de rem. Al dra kom ik Gerd tegen, dapper
lopend, tegen een tempo dat haar streefdoel ('binnen de 4 uur') moet
verpletteren. Piet laat ik achter, die zal me misschien zoals vorig jaar onderweg wel
'oprapen', en na een 5-tal km zie ik Patrick en Franky voor me uitlopen. Het is
trouwens zalig die vergezichten te bewonderen en de steeds langer wordende
sliert lopers door het landschap te zien kronkelen. Het leidt af en daar is weer
een km-bordje, met duidelijk het stijginspercentage van de stand van het menu.
Km 7. Oei, een helling, we zullen Piet's wijze raad maar volgen en niet à
fond lopen, langzaam starten.
Km 9. Ha dalen! Plots duikt daar Franky naast me op die even in de struiken
was gaan staren, en nu weer op zoek gaat naar Patrick. Aan het einde van de
afdaling hebben we die bijgehaald. Ik moet weer de rol lossen, maar zie het
tweetal binnen loopbereik en tijdens de afdaling snel ik ze met reuzeschreden
voorbij, en geef er nog een pak het nakijken. Oei, als dat maar goed afloopt,
maar toch laat ik me vallen, met grote passen, ik voel me als het ware vliegen.
De eerste 12 km zitten erop, en het eerste uur is nog niet volledig rond, dat
zit goed.
Km 14. Daar komt dat zware wegje omhoog. Is dit nog wel lopen, vraag ik me
af, eerder kruipen.
Het smalle veldwegje doet deugd, de stijgingsgraad is nu wat minder. In de
bocht kijk ik eens over de schouder, want waar blijven Patrick en Franky toch?
Op km 18 zie ik ze op een 50 m afstand volgen en maar - joepie- er mag weer
gedaald worden en steil zelfs: ik kan haast de beentjes niet volgen. Nu loop ik
weer uit, da's zeker!
Km 19 gaat het weer effe omhoog en wie komt daar plots voorbij? Ja, Luc H.
die blijkbaar zelf ook verbaasd is me nier nog te vinden. Hij gaat stevig door,
maar dat is buiten de waard gerekend, want ik kan hem inderdaad even mijn hielen
laten zien tijdens een korte afdaling. Te kort blijkbaar want in de bocht zie ik
dat de kloof niet groot is. De snoodaard zwaait zelfs even.
Km 21. Luc H. haalt me nu definitief bij en gooit blijkbaar wat gas bij, want
ik zie hem nu onherroepelijk wegschuiven.
Supporters tellen en roepen me toe dat ik in 344ste positie 'lig' ('hang'?).
Ik haal er nog een paar bij, maar beter dan in 334ste stelling kom ik niet. En
vanaf dan wordt het zwoegen en aftellen. Ik tel de lopers die me inhalen (nog
zowat 75) en de kilometers die steeds langzamer onder de schoenen schuiven.
Km 25. Patrick en Franky halen me bij en ik kan ze niet bijhouden. We zijn nu
2 uur aan het lopen. Een record zit er wel in, maar de achillespees begint te
protesteren, en even later ook de knie. Ja, niet genoeg getraind he... Gelukkig zijn we 2 weken eerder in Heverleebos
en de Dijlevallei met de vrienden gaan lopen, op uitnodiging van Luc b. Waar
blijft die nu toch, denk ik, en kijk af en toe om, want vrees hem te zien komen
zoals laatst in Dilbeek. Afzien, zwoegen, maar de beklimming van de Cotopaxi in juli was zwaarder, en
dat geeft moed. Ook kijken naar het landschap, want veel loopsters zijn er niet
meer in de buurt nu.
Km 31. Het doet nu echt pijn, en ik moet deze helling te voet op, achilles
protesteert te erg.
Km 32. Ha nog even afdalen, en dan uitbollend tegen "le mur" op
kruipen, de laatste 200 m op een sukkeldrafje, om dan aan de aankomst lekkere
thee te krijgen en de vrienden terug te zien. Heb er meer dan 9 minuten af
gepitst tegen vorig jaar, en er is nog marge misschien..
Prachtjogging toch, ook die sympathieke organisatoren en hun 200
vrijwilligers. En dan - niet te geloven - na de verkwikkende douche nog die 'casse-croûte".
Ja, de Waalse broeders kennen er wat van, van gastvrijheid.
Volgend jaar komen we zeker terug, Jan Margot
Het zag er inderdaad mooi uit: een zonnige zondagmorgen, koud, maar ideaal loopweer, met z'n vijven in de bmw van Gerry, samen met diens vrouwken Gerd, Luc Huys en gelukkig ook Jan Drixe (zonder wie we in Luik gestrand waren, had ie ons niet meteen erop gewezen dat we links voorbij la cité ardente moesten). Bij het inrijden van Battice een toeterende Michel Lauwers achter ons. En in de zaal nog Jan Margot met freaksjaaltje. Jan nestelt zich bij de start meteen achter de fanfare (de tjeven hebben een voorliefde voor brass-partijen), ik zal 'm pas bij de douches terugzien... Rustig vertrekken is de boodschap want vorig jaar heb ik hier in het land van Herve na km 26 moeten stappen en afzien. Samen met Jan en even later ook Luc drentelen we tegen iets meer dan 5 minuten per km door prachtige groene vergezichten.
Oeps, een loper verliest zijn sleutel al na een kleine km, ik tik hem op de schouder, hij vloekt en keert terug op z'n stappen (stel je voor dat ie z'n sleutel moet zoeken na zo'n 33 km...). Een kleine zwartgeklede deerne met dartele pinnemuts passeert ons, later dartelen wij haar voorbij, alsook een dikgebilde middelman waarmee Jan en ik wat gniffelen. Twee Hollanders uit Geleen (Pinkpop!, herinnert Jan) lopen ons af en aan en blijven tateren: "Wat moet ik nou doen als ik moet 'poepen'? vraagt er eentje. "Tja, aan die bramen hangt toch ook nog wat anders," zegt die andere... Enfin, tijd genoeg om van het landschap te genieten, hoewel het parcours geen meter vlak is. Na acht km voel ik steken in mijn linkerkuit, het blijft een aantal kilometer aanhouden, maar dan verdwijnt de pijn weer (voorlopig) Het eerste uur glijdt voorbij, alsook de 11,5 km. Nog altijd op voor een eindtijd van zo'n 2u55, een kleine tien minuten beter dan vorig jaar. Het Belgacom blauwbloesje van Jan M. is nergens te bespeuren, Luc H. is al lang in tweede versnelling geschoten. De eerste cime is achter de rug, de tweede moet nog komen, maar na zo'n 15 km trekt Jan Drixe aan de kar en pakt 20 meter op één of andere heuvel. Hier is geen bolletjestrui te winnen, denk ik, het eindresultaat telt. Plots inderdaad, na zo'n 17 km zie ik Jan keuvelen met Gerd die erg gesticuleert en tegen haar heup wrijft (beetje vreemd zicht van achteraf). Zo'n kilometer later ga ik Gerd ook voorbij die stilstaat bij één van de schamele bevoorradingen (hadden ze hier niet wat meer stukjes banaan of appelsien kunnen voorzien?) Ik hoor ze in haar krachtige tred toch naar mij toelopen.
Gerd heeft inderdaad pijn in haar heup en lenden, zegt dat ze zover mogelijk zal meelopen, maar dat ze het nog niet weet. In een lange bergaf smijt ik me omlaag. De eerste 21 km in 1u55, 10 minuten trager dan vorig jaar, maar geen man overboord. Wel een vrouw aan boord, want Gerd komt terug naast me lopen.
Heeft minder last, en pakt bij de eerstvolgende heuvel zelfs de kop! Ik moet moeite doen om aan te klampen...dat komt niet goed.
Km 24, nog negen, we tellen ze af, zegt Gerd. Maar ik tel al bijna niet meer mee. Er zit geen jus meer in m'n benen (zijn het de malariapillen van de jongste week?) Alles begint zeer te doen, knieën, kuiten, lenden... Een km later moet ik Gerd laten gaan en weet ik dat het opnieuw net zoals vorig jaar afzien wordt, maar dan nog erger, als een beest. Gaia zou wel opkijken.
Hier loop ik als laatste van onze troupeau. Km 26, krek op hetzelfde punt als vorig jaar begin ik te stappen. De twee Geleense poepers trekken voorbij, het pinnemutsje en zelfs den dikbil. Prachtig wandelweer, dat wel, maar ik strompel van kilometer naar kilometer. De laatste cime is zoals altijd moordend. Nog drie kilometer en de drie uur zijn al voorbij.
Hoongelach wordt mijn deel, besef ik. Monkellach. De laatste lange afdaling, waar Jan Margot me vorig jaar voorbijsjeesde, maar die ik toen terugpakte op de aansluitende muur naar de finish. Deze keer stap ik de muur op, zo beroerd en leeg als de bodem van een ongewassen glas Leffe. De laatste honderd meter loop ik toch nog rond, de speaker van dienst roept drie keer m'n naam en roept de toeschouwers aan me aan te moedigen voor m'n laatste spurtje. Gerd haalt een theetje voor mij. Luc bestelt een Val Dieu. Ik kan nog net tot bij de gratis casse-croute met brood en Hervekaas. Het stijfsel kruipt doorheen m'n leden. De vrienden lachen. Moeder, waarom lopen wij?Luc?
Achteraf bleek dat er nogal wat ingebroken was in de geparkeerde wagens. Altijd jammer natuurlijk en een misdaad die blijkbaar steeds meer gepleegd wordt tijdens loopwedstrijden (de boeven weten dat we één tot drie uur weg zijn). Misschien moeten de organisatoren er toch aan denken om als het kan een parkingwachter aan te duiden...
Dank zij Drixe zijn we ook opnieuw veilig in Leuven gestrand, deze keer terecht, in de viavia waar de heroische loopervaringen in Battice alweer de revue en den deze passeerden. Luc Blyaert
Proficiat aan allen die mee in Herve hebben geleden, pardon, gelopen.
Toch een bijzonder moeilijke parcours, moet ik toegeven. Na de koers was ik doodmoe. Ik ben in mijn auto in slaap gevallen, gelukkig was mijn vrouw meegekomen, anders zou ik waarschijnlijk in de gracht weggedreven hebben. Wat is aan Luc B aangekomen? Heeft hij een soort marathonmuur' gevoelen gehad? Michel Lauwers
De fanfare voorop. Een november zonnetje grijnst ons toe. We gaan weer voor 33 km door het mooie land van Herve.
Ondergetekende nestelt zich bij Luc B. en Jan H. tussen de meer dan 800 deelnemers. Mooie deernes langs de weg juichen ons toe ,nu kunnen we nog lachen,. De afdaling aan de start blijft spectaculair. Doseren is de boodschap, een les die we vorige editie gekregen hebben. Iets meer als 5' voor de eerste kilometer, een rustig tempo. Na een kilometer of drie begin ik toch wat meer tempo te maken en laat ik Jan en Luc achter mij. Blijkbaar zaten we ver achteraan in de groep daar ik pas na 7 km Gert tegenkwam die toen al aan het sakkeren was over haar heup, na een paar opmonterende woordjes liet ik haar ook. De eerste 'cimes' goed verteerd en heb me bij een busje Duitsers aangesloten, kwestie van wat uit de wind te zitten. De moreel en de benen zitten goed zodat ik nog kan genieten van de streek.
Na een klein 20 km zie ik voor mij een hemelsblauwe figuur lopen met een stijl die mij niet onbekend is, warempel onze aller Jan Margot !Tot mijn nog groter wordende verbazing passeert hij mij in de daaropvolgende afdaling 'Tot straks' roept hij nog! Zijn afdalingstechniek is fenomenaal, een geluk dat zijn klimwerk iets minder is. bij de derde cime gooi ik hem een handje toe en vervolg mijn weg hem achter mij latend.
De laatste loodjes, de laatste kilometers wegen enorm zwaar, vorig jaar moest
ik na de 25 km even stappen. Nu ging het beter, de kilometers aftellend nader ik
uiteindelijk km 31.Ik zie in de hoogte de aankomst,met het laatste beetje
energie hark ik mij tot aan de top in een 2U44min. 10 min beter als vorig jaar.
Voldaan en toch niet al te 'dood' ga ik voor de trippel van Val-dieu, Hij
smaakte ! Luc Huysman